Geluk zit niet in je benen. Maar het vraagt wel creativiteit,
relativeringsvermogen en moed om prettig te leven in een rolstoel. Het vraagt
ook lef om je niet klein te voelen, niet
kwetsbaar.
De eerste keer de straat op stelde ik maar uit. Ik was bang.
Zittend de straat op, het was te gek. Ik was bang om over het hoofd te worden gezien door auto’s,
aangereden te worden, aan de kant gegooid. Bang voor de reacties. Bang om
ergens klem te komen zitten, in een goot, ergens af te rijden, iets.
Ik plande mijn eerste buitenrit dan ook zorgvuldig: savonds laat, in het
donker, een route waarbij ik zo weinig mogelijk hoefde over te steken, gewoon
één blokje om, samen met Elfie. Voordeur open, rondkijken, en dan gaan. Elfies
eerste wandeling op veilige Nederlandse bodem.
Veel stoepen lopen scheef! De rolstoel wil naar het laagste
punt, dus dat betekent dat één arm moet remmen en de andere harder werken. Het
hondje was bang voor donkere struiken want daar zitten andere straathonden en
ze was een vreemde op hun territorium.
Maar het ging prima. Samen zouden we het redden.
Oude Biba ging... en Bob kwam erbij.
Bob en Elfie, ze zijn geweldig. Echte vrienden zijn het. Met z'n drieën trekken we er elke dag op uit. Bij mooi weer:
En bij slecht weer:
Wmo
De afspraak was vlot gemaakt. 15 juli 2012 kwamen mevrouw S., iemand van de woningbouw en de aannemer mijn keuken bespreken. Mevrouw S. was blij dat ik die datum kon, schreef ze me, en met vertrouwen zag ik de bijeenkomst tegemoet.
Ik had op dat moment een Roemeens puppy in de opvang, als
gastgezin. Hij was er nog maar 14 dagen en het leek me beter voor het puppy en
de bijeenkomst dat hij even naar een oppas ging. Dat regelde ik en een kwartier
van te voren werd hij opgehaald. Reutje Bob zette ik achter het vouwhekje, dat
ik voor het achterkamertje had laten maken zodat ik het puppy af en toe apart
kon zetten. Elfie mocht vrij rond lopen.
Mevrouw S. belde aan en stapte direct naar het raam om naar
binnen te gluren. Ik deed de deur open. Mevrouw S. kwam binnen, boog zich
voorover en vroeg: ‘hoeishetmetumevrouww?’ Er ging een klein alarm bij me af. ‘Prima’,
zei ik.
De woningbouwmeneer verscheen met daarachter de aannemer. Mevrouw S. liep
voorop naar de keuken. Ze zag Bob achter
het vouwhekje en zei:’Kijk, ze heeft een waakhond.’
De woningbouwmeneer gedroeg zich vreemd. Zwijgend liep hij
de kamer door, keek in alle hoeken en
tuurde lang de achterkamer in waar Bob was.
‘Hij is braaf hoor’, zei ik om maar iets te zeggen. Maar hij
gaf geen antwoord.
Het gesprek begon. Mijn kleine keuken was vol met de drie
staande mensen, dus ik stond erbuiten.
Helaas had de ergotherapeut geen tekening gemaakt. Wel wat regels op
papier.
Er volgde een gesprek waar de onwil van zowel de Woningbouw
als mevrouw S. afdroop.
’Ik heb zo’n keukenaanpassing nog nooit meegemaakt’, zei de Woningbouw.
‘Ik wel, heel regelmatig zelfs’, reageerde de aannemer.
De keukenkastjes moesten lager gehangen zodat ik erbij kan.
‘Meteen maar nieuwe neerhangen dacht ik’, zei de aannemer. ‘Deze zijn 16 jaar
oud en niet eens meer in de handel.’
Woningbouw: ‘Nee hoor, deze kastjes zijn goed genoeg. Gewoon
hergebruiken.’
De inductieplaat moest ik zelf betalen, wat natuurlijk
redelijk is. Maar de extra stop die nodig was in de stoppenkast ook. ‘Of jullie
moeten hem willen betalen’, was de opendeur-vraag aan mevrouw S. ‘Nee, dacht het niet’,
grapte mevrouw S. terug.
‘Gaat de woonlinie toch wel 1000 euro kosten’, zei de woningbouwmeneer zuur. Waarna ik best wel
onder de plankenvloer wilde wegkruipen.
Coosje de kater kwam binnen via het kattenluikje. Hij was een kitten nog. Druppel van 20 jaar was overleden en na een jaar nam hij haar plaats in. Mevrouw S. zag het katje en mompelde tegen de heren:' Oh, weer een beest erbij...' Ik heb 2 kleine honden en 2 katten. Is er ergens een regel dat dat niet mag?
Er werd gesmoesd, gegrinnikt, ik verstond zinnen niet. Maar
ik was blij dat eindelijk mijn aanrechtblad onderrijdbaar gemaakt zou worden en
ik weer wat in de keuken zou kunnen klaarmaken. Ik bedankte hen en dacht dat de
samenkomst afgesloten kon worden. Nog even kijken naar het toilet voor de
aanpassingen daar, en dan kon men vertrekken.
Maar toen stapte plotseling de woningbouwmeneer naar voren.
Hij kwam voor me staan en sprak:’U wilt dan wel een andere keuken, maar ik vind
het hier stinken naar dierenuitwerpselen!‘ Daar schrok ik van: ‘Echt?’
“Ja! En daar in de
hoek ligt een plasje!’ Hij liep naar het vouwhekje en wees naar een hoekje
van de achterkamer. Verdraaid. De pup had vlak voor zijn vertrek nog snel even
een verrassing achtergelaten. En Bob leek de schuldige. Mijn waakhond leek niet
zindelijk. Ik was totaal ontdaan. Van keukenkastjes naar een plasje urine van
puppy Olt. Hij had me ook een klap in mijn gezicht kunnen geven.
Mevrouw S. wist er meer van. Ze kwam naast de Woningbouw
staan en zei:’Ja, en u heeft hulp geweigerd!’ Ik had hulp geweigerd? Welke hulp?
Ik probeerde iets zinnigs te zeggen tegen de twee reuzen
voor me: ‘ ...dat niet Bob het plasje had gedaan maar een pup die na aankomst
in Nederland een flinke diarree had, dat dat over zou gaan en ik het goed
opruimde omdat ik niet wilde dat mijn honden ziek werden maar dat die zeer
zindelijk waren en... ‘
Maar ik kwam er niet uit, ik werd emotioneel en droop af
naar mijn bureau waar ik mijn hoofd in mijn handen verborg.
Het gezelschap verdween naar mijn badkamer en ik hoorde hen
praten over de drempels, het douchestoeltje en mevrouw S. vertelde: ’Ze had
geen indicatie voor een traplift maar heeft er zelf één gekocht.’
Bij het bureau probeerde ik scherven te lijmen en hoopte dat
men heel gauw mijn huis uit zou gaan. Uiteindelijk kwam de Woningbouw naar me
toe: ‘Ik wil u toch nog even een hand geven.’ Maar ik schudde mijn hoofd.
Hierna volgde deze mailwisseling tussen het Wmo en mijzelf:
Aan Mevr. S.
“Naar aanleiding van de bespreking in mijn woning over
de keukenaanpassingen heb ik besloten geen gebruik te maken van de aanpassingen
aangeboden door wmo/woningbouw. Ik wil dus deze aanvraag annuleren. De
keukenproblemen zal ik zelf oplossen.
Ook de aanpassingen bij het toilet zal ik zelf
realiseren. U kunt deze dus eveneens schrappen.
Groeten, “
Aan Areke
“Dag Mw, wij zullen de aanvragen op uw verzoek intrekken.
Ik heb u aangeboden om nog eens te praten over eventuele
huishoudelijke hulp, een voorwaarde voor het inzetten van hulp is echter wel
dat de woning eerst door een schoonmaakbedrijf moet worden schoongemaakt en dat
er afspraken moeten worden gemaakt over de huisdieren.
Wilt u laten weten of u prijs stelt op een overleg hierover? Mw S.”
Aan Mw. S.
“Er is geen enkele reden om te praten over mijn
huisdieren. Ze zijn allemaal volkomen zindelijk, worden flink uitgelaten
waarbij ik ook de poep opruim, en ze luisteren beter dan de gemiddelde Nederlandse
hond. De stank en het plasje waren veroorzaakt door een puppy uit Roemenië dat
ik opvang en helaas aankwam met een flinke diarree. Ik ben zo’n malloot die
kansloze hondjes een goed thuis wil bieden. Voor het puppy had ik vlak voor uw
bezoek even opvang geregeld omdat ik wel aannam dat zijn aanwezigheid niet op
prijs zou worden gesteld. Het hekje waar de hond achter zat heb ik laten maken
omdat ik niet wil dat mijn vriendelijke dieren mensen gaan begroeten die dat
niet op prijs stellen. Zoals u. De hond achter het hekje had dat plasje niet
veroorzaakt. Natuurlijk wil ook ik liever geen poepende of plassende honden in
huis! Alleen bij een puppy of zoals twee jaar geleden een erg oud hondje is dat
onoverkomelijk. ‘Kunt u die hond niet laten inslapen?’ was uw reactie toen u
zag hoe mijn oudje een drolletje had gedaan. Ik kan u geruststellen: de hond is
inmiddels ingeslapen.
Ik heb enorm veel werk aan het aanpassen van mijn huis.
Als ik geweten had dat ik in een rolstoel zou terecht komen had ik dat eerst gedaan.
Nog altijd moet er veel gebeuren. Zo kan ik niet bij de kapstok, kan ik mijn
kleding niet opbergen omdat ik niet meer in de kasten kom, kan ik dus al
geruime tijd niet koken, en moet ik oppassen dat ik niet naast de wcpot
terechtkom. Ik zal dit allemaal zelf gaan oplossen. Er zijn hier al
schoonmaakbedrijven geweest en gaan nog komen, klussenmannen, tuinmannen
en ook vrienden helpen mee. Ik doe vreselijk mijn best alles op orde te brengen
en moet tegelijkertijd voor mezelf zorgen. Ik heb ruim een jaar geleden om
wc-beugels gevraagd. Waarom zijn die er nog niet? Omdat u een drolletje zag
liggen in mijn huis? Ik heb geen recht op een keukenaanpassing omdat het hier
rook naar ‘dierenuitwerpselen?’
De argwaan, negativiteit en neerbuigendheid waarmee de wmo
(en woningbouw) mij voortdurend te woord staat is zeer deprimerend. Ik heb zeer
veel verdriet gehad na uw eerste bezoek aan mij en ook dat laatste bezoek was
reden tot veel tranen.
Toen ik u in het allereerste gesprek jan 2011 om
huishoudelijke hulp vroeg, was u reactie: ‘Heeft u geen vrienden?’ Na mijn
uitleg dat ik mijn vrienden niet wekelijks mijn pandje kan laten schoonmaken
omdat ze zelf een leven hebben, zei u: ‘Waarom gaat u dan niet naar het
buurthuis? Daar kunt u vrienden maken.’
Zoals u weet had ik drie jaar lang de diagnose
ALS. Geen plezierig vooruitzicht en dan ook de reden dat ik mijn huis
verwaarloosde. Toen de diagnose augustus 2011 werd ingetrokken schrok ik van de
rommel maar was niet meer in staat om het op te ruimen.
Ik zit in een rolstoel. Begrijpt u hoe ingrijpend
dat is? Ik denk het niet. Zodra u een rolstoel ziet denkt u aan de centen die
dat allemaal gaat kosten.
Ik ga mezelf geen overleg met u aandoen, mevrouw S. U
weet niet wie ik ben, en u heeft uw oordelen snel klaar. Ik strijd voor een
zelfstandig leven en wil dat niet opgeven. Uw houding is dermate ontmoedigend
dat ik daarvan moet afzien. ‘Mevrouw is eigenwijs hè’, wist u te vertellen in
het vorige bezoek. Inderdaad, ik ben eigenwijs. Onhandig, want je kunt beter in
de meute mee lopen. Maar altijd beter dan kortzichtig, intolerant en dom.
Kort samengevat: Nee, ik stel geen prijs op overleg met
u.
Areke
Trots baasje van 2 Roemeense zwerfhonden
Opvang van puppy Olt”
Hierop heb ik geen reactie gehad.
De door mijzelf aangepaste keuken:
Het door mijzelf aangepaste toilet;-)
26-06: Enkele dagen geleden ben ik gecrasht. De energie is helemaal
helemaal op. Ik heb nu drie maal daags thuiszorg.
Het Wmo-verhaal is nog niet klaar...
Ik zal ook een conclusie schrijven.