zondag 19 mei 2013

Een dak boven mijn wielen

Ik heb hem verkocht, mijn geweldige Corolla. Trouw maatje voor 16 jaar. Doordat ik er maanden niet in gereden had was hij in brocante staat gekomen. Weelderig begroeid met mos en bestrooid met kastanjeblaadjes. Ik vond hem hierdoor veel meer waard maar helaas de koper niet. Voor 425 euro werd hij meegenomen. 
Dag mooie lieve Corolla. Dank voor alles.

Maar aan stil zitten heb ik niets. Al 2 jaar verplaats ik me buiten in een duwrolstoel. Eerst koppelde ik daar een derde wiel aan. Dat derde wiel maakte het duwen buiten lichter maar toch hadden mijn handen het zwaar. Daarbij zijn de rolhoepels van metaal en worden in de winter ijskoud, regen maakt ze glad. Door het dagelijks knijpen in koude, gladde hoepels gingen in korte tijd mijn handen naar de Filistijnen. Dat hield ik niet vol.
De aanvraag bij het/de WMO voor een handbike kwam niet van de grond. Ik besloot er zelf één te kopen en dat werd een Firefly. Koppelen aan mijn rolstoel, gasgeven en zooooooooefffff:
 

Hoewel ik erg blij ben met mijn Firefly is mijn actieradius erg klein. Het kan nogal fris zijn buiten, de accu heeft beperkingen, er is geen plek voor mijn honden, en met regen word ik natter dan iemand die loopt. Weer een dak boven mijn wielen werd mijn doel. En waarom zou ik niet kunnen autorijden met mijn handen?
Vanwege 'middelpunt vliedende krachten', legde mijn rijinstructeur me uit. Wanneer je een bocht maakt is het handig dat je recht in je stoel blijft zitten. Zodat je veilig het stuur kan bedienen, en het gas, en niettevergeten: de rem.
Om die reden werd ik aan mijn stoel vastgesjord met autocoureurriemen, waarbij weke delen behoorlijk werden geplet. Maakt niet uit, ik heb het er voor over. Ik droomde van een nieuwe Corolla, dit keer met handbediening en een open dakje. Ik hielde mezelf dat plaatje voor wanneer ik via de transferplank van de rolstoel in de lesauto schoof. Gewoon maar weer een witte, nam ik me voor:

De rij-instructeur zocht naar een manier waarop ik de lesauto tussen de lijntjes kon houden. Dat werd links een schuifgasrem en met mijn rechterhand sturen met een knop op het stuur. Zo gaat het best lukken, wist mijn rijleraar. En hij wees me de weg naar de wijkjes met de meeste bochten, hij stuurde me de hoge dijk op, wist alle rotondes in de buurt en riep: gasgeven! gasgeven!! gasgeven!!!
Mijn hand aan de schuifgasrem
Ik durfde niet. Voorheen gaf ik lekker gas nadat ik een bocht uitkwam, nu niet meer. Je zou het onzekerheid kunnen noemen, of voorzichtigheid. Het viel me steeds meer op hoe moe ik was. Voor autorijden moet je fit zijn. Toen ik meer last kreeg van pijnlijke handen en spierkrachtverlies meldde ik me ziek. Time out. Ik durfde niet meer.

Maar een dak boven mijn wielen, wat een luxe zou dat zijn. Zomaar het wijkje uit tuffen, niet meer elke dag datzelfde paadje op en neer. Weer met de honden naar het park, naar de dierenkliniek, naar mijn vader, naar Albert Heijn, ergens op bezoek, en eindelijk naar het strandje dat ik zo mis:

Met enige schroom betrad ik het land der brommobielen. Het viel daar best mee. Leuke wagentjes, ook in wit verkrijgbaar, ruimte genoeg, tocht- en waterdicht. Gas geven houdt op bij 45 km per uur en zo'n mobiel weegt niet meer dan 350 kilo. Dat kan ik wel aan.

Helaas blijken er weinig brom-occasions met handbediening te zijn, ombouwen kost centen, en bovendien moet mijn rolstoel mee. De rolstoel erin tillen is zwaar en of dit nou een oplossing is....


Een inrijmobiel dan. Klep open, erin rollen, klep dicht en sturen maar. Ze zijn er:
Inrijmobiel Vexel Quovis, zeer zeldzaam





Freewiel Shuttle, ook zeldzaam. Klein.



En dan, oooh Lord... de Canta. Waterdicht, tochtvrij, duur en lelijk. En klein. Is er ergens in dit luidruchtige blikje een redelijke plek voor mijn honden?

Heb je een tip zodat ik en mijn makkers overdekt kunnen rijden? Heel graag!
Wordt vervolgd....



zaterdag 11 mei 2013

Visjes

We zaten naast elkaar op het bed. Carla en ik. Ze had me net een zelfgemaakte pop gegeven. Dat raakte me. Dat zij mij die pop kwam brengen. Ik die niet meer was dan een vuiltje in het oog van de wereld. De pop had een roze jurkje aan en haar hoofd zat een beetje los, maar dat gaf niet.
Voor me op het grijze zeil zwommen visjes in ondiep water. Mooie visjes.
'Zal ik er een paar voor je vangen?' vroeg ik.
'Nee schat, dat hoeft niet', antwoordde Carla. Ze was bescheiden.
Ik keek rond op zoek naar een kopje en een lepel waarmee ik wat van die glanzende tere wezentjes heel, heel voorzichtig van de vloer kon scheppen.
'Wat zoek je?'
'Een lepel...'
'Waarvoor?'
'Voor de visjes.'
'Het hoeft echt niet', zei Carla zacht. 
Dat was gisteren lang geleden op een gesloten afdeling van een groot somber kasteel voor verloren zielen. Ik hoorde daar.

Vorige week heeft Susan, mijn lieve Armeense hulp, onder mijn supervisie het aquarium weer ingericht. Dat was leeggehaald omdat de muur moest worden gesausd en bovendien was het aan vernieuwing toe. Er zaten nog twee zwaarddragertjes in, waarvan er één de oversteek prima heeft overleefd. Daarbij redde ik uit een bak van plantenwinkel Kolbach een vijftal Platy's. Ze doorstonden de tocht met de rolstoel naar huis en zijn blij met hun nieuwe onderkomen.

Een aquarium is troostend. Het is het heldere water denk ik, de weerloze schoonheid van de visjes, en dat prachtige zacht schommelende groen. Wanneer ik naar mijn aquarium kijk hoef ik niet te huilen.

Nooit meer staan, nooit meer mezelf aankleden, nooit-meer nooit-meer nooit-meer, ik durf alle 'nooit-meers' niet op te schrijven. Mijn handen willen niet meer.

Ik zal een weg moeten vinden naar het loslaten van wat altijd vanzelfsprekend was. Een weg naar tevreden zijn met wat is overgebleven. Niet meer willen, wat onmogelijk is geworden.

Ongetwijfeld is die weg een rivier.

Dank je wel Susan.